Naast het stichtingskapitaal is het vermogen van de stichting gevormd door subsidies, donaties en overige baten.
Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. Aan het eind van elk boekjaar worden de boeken afgesloten. De penningmeester stelt vervolgens een jaarrekening en jaarverslag volgens de daarvoor gestelde eisen op. De kascommissie van de stichting beoordeelt de jaarstukken en brengt op grond van haar bevindingen schriftelijk advies uit aan het bestuur. De jaarstukken worden uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur vastgesteld.