Identiteit

Voor de slavernij en tijdens de slavernij zijn door de christelijke organisaties grote bekeringsprogramma’s opgezet. Missionarissen werden meegestuurd om de slaven te bekeren. De meeste grote ontwikkelingsorganisaties in Nederland heeft een christelijke achtergrond. De overheid in Nederland steunt deze christelijke organisaties met ontwikkelingsgelden. Deze ontwikkelingsgelden worden tegenwoordig in arme landen gebruikt om mensen te bekeren. Deze bekeringsprogramma’s draaien nog steeds op volle toeren.

In Zuid India staat tegenwoordig meer kerken dan je zelf zou denken. En dit allemaal onder de naam van “ontwikkelingssamenwerking”. Omdat in het verleden de meeste scholen in Suriname christelijk waren gingen de meeste kinderen naar een christelijke basisschool. Familie Rewti  kreeg daarom vaak bezoeken aan huis van christelijke priesters met de vraag aan de ouders, om de familie te bekeren tot het christendom.

Volgens de broers Bhasker en Bhai zou een stichting moeten bestaan die niet gebonden is aan een religie, geloof of sekte. Het moet een identiteit hebben van menselijkheid. Het doel moet niet zijn om mensen te bekeren.

Geen onderscheid

Deze gedachte vonden ze in de Veda’s. De Veda’s praten niet over blanke-, zwarte-, gele- of bruine mensen. De Veda’s verkondigen bijvoorbeeld niet “wees een Moslim, wees een Christen, wees een Hindoe of wees een Jood”. De Veda’s maken geen onderscheid tussen mannen, vrouwen of mensen van het derde geslacht.

Niemand mag worden ingedeeld als christen of ketters. Niemand mag een ander mens tot slaaf maken. Niemand mag worden ingedeeld als Moslim of Kafirs (ongelovigen). Niemand mag als Hindoe worden ingedeeld in kasten zoals nu te zien is in India. De Veda’s erkent dit soort behandeling van mensen niet.

Deze grondslag sprak beide broers aan. Stichting voor Armen en Wezen moet gedreven worden door een Vedische identiteit waarbij gelijkwaardigheid van alle mensen op aarde voorop moet staan. De volgende 10 grondbeginselen zijn voortgekomen uit de Veda’s.

De tien grondbeginselen

  1. God is de oorzaak van alle ware kennis en van de zaken die hierdoor gekend worden.
  2. Het Opperwezen is waar, intelligent, heilig, gelukkig, almachtig, rechtvaardig, barmhartig, zonder gelijke. Hij is de onderhouder van het heelal, de albeheerser, de aldoordringer, alwetend, zonder vrees. Hij is zonder begin, ongeboren, oneindig, onveranderlijk, eeuwig, onverouderbaar, onsterfelijk en onlichamelijk. Hij is de maker van het heelal. Slechts Hem komt aanbidding toe.
  3. De Veda’s zijn de boeken der ware kennis. Het is de voornaamste plicht van de mensheid ze te lezen, te onderwijzen, te horen en voor te dragen.
  4. Ieder zal steeds bereid zijn de waarheid aan te nemen en onwaarheid te verwerpen.
  5. Alle daden dienen deugdzaam te zijn, dat wil zeggen zij moeten gesteld worden na de overweging van hun toelaatbaarheid of slechtheid.
  6. Het voornaamste streven is het welzijn van de wereld te bevorderen, dit is de bevordering van alle lichamelijke, geestelijke, sociaal- maatschappelijke en culturele belangen.
  7. Ieder zal in overeenstemming met zijn verdiensten met liefde en rechtvaardigheid worden behandeld.
  8. Onkunde moet uitgeroeid en kennis verspreid worden.
  9. Niemand zal tevreden zijn met eigen welzijn, maar ieder beschouwt zijn eigen welzijn als ondergeschikt aan dat van allen.
  10. Allen dienen zich te onderwerpen aan de wetten die heilzaam zijn voor de ganse gemeenschap. In persoonlijke aangelegenheden mag echter naar goedvinden worden gehandeld.